Set 2

Terug naar de index

 

 

Deze ontvanger heeft 2 afgestemde kringen, namelijk de antennekring (L2 C1) en de detectorkring (L3 C2).
Spoel L1 is een antenne verlengspoel, met het doel om een korte draadantenne in resonantie te kunnen brengen, waardoor er meer energie beschikbaar komt. In de praktijk heb ik van spoel L1 weinig voordeel ondervonden.
Het antennesignaal wordt middels schakelaar S2b aan de antennekring gekoppeld.
De beste selectiviteit van de ontvanger wordt verkregen met schakelaar S2 in een lage stand (stand 1, 2 of 3).
In een hogere stand neemt de selectiviteit af, het volume van het geluid kan dan echter wel toenemen.
Met schakelaar S2 in stand 1 t/m 8 is de antennekring in parallelresonantie.
Met schakelaar S2 in stand 9 is de antennekring in serieresonantie, deze stand heb ik toegevoegd voor experimenten.

De gelijkrichting vindt plaats met een germaniumdiode AA119, ik heb meerdere typen germaniumdiode geprobeerd, maar deze zorgde voor het hoogste geluidsvolume.
Dan volgen twee audiotrafo's, de primaire windingen staan in serie, daarmee komt de primaire impedantie op 2x16 kΩ = 32 kΩ.

De spoelen zijn gemaakt van 1,0 mm massief geėmailleerd koperdraad, de spoelen worden ondersteund door houten stokjes.
Spoel L3 is draaibaar. Als L3 bijna vertikaal is gedraaid is de koppeling met L2 minimaal, de selectiviteit van de ontvanger zal dan het grootst zijn. Maar het geluidsvolume is dan juist laag.

De uitgangsimpedantie is 16 of 32 Ω, met een schakelaartje is dat te selecteren.
Het beluisteren van de ontvanger gaat met een koptelefoon van 32 of 64 Ω per kant.

Om te kunnen luisteren, moet een draadantenne worden aangesloten, het liefst zo lang en hoog mogelijk. Met een draadlengte van 10 meter zijn tientallen zenders te ontvangen.
Ook moet de aarde aansluiting van de ontvanger verbonden worden met een metalen pen welke in de grond is geslagen. Een aardpen van 1 meter lang doet het prima.

 

Terug naar de index