Experimenten met LC kringen deel 5
<<Naar deel 4
Naar deel 6 >>
Terug naar de index
Via metingen heb ik vastgesteld wat het effect is op de Q factor, als we diverse materialen vlakbij de spoel van de LC kring plaatsen.
Meetopstelling 1.
Als eerste plaatste ik het materiaal naast de spoel, zodat het materiaal een
haakse hoek maakt met de spoel windingen.
Opstelling 1: het materiaal maakt een haakse hoek met de spoel windingen. |
De spoel is spinnenwebspoel L9
De opgegeven afstand is gemeten tussen het materiaal en de buitenste winding van
de spoel.
Sommige materialen heb ik op diverse afstanden gemeten.
Bij meting 28 is er geen materiaal naast de spoel geplaatst, deze meting heb ik
als 0% referentie gebruikt voor de andere metingen.
Deze meting 28 heb ik wel een paar dagen eerder gedaan dan de rest, mogelijk
heeft het opnieuw opbouwen van de testopstelling invloed op de waarden.
Ook heb ik de frequentie verschuiving gemeten, veroorzaakt door het plaatsen van
het materiaal.
meting nr |
materiaal | afstand (cm) |
frequentie verschuiving bij 600 kHz (kHz) |
Frequentie verschuiving bij 1500 kHz (kHz) |
Q 600 kHz |
Q 900 kHz |
Q 1200 kHz |
Q 1500 kHz |
28 | geen | - | - | - | 1052 0,0% | 1000 0,0% | 875 0,0% | 714 0,0% |
29 | hout | 2 | -0,05 | -0,19 | 1000 -4,9% | 909 -9,1% | 779 -10,9% | 635 -11,0% |
30 | hout | 5 | * | * | 1034 -1,7% | 947 -5,3% | 827 -5,4% | 655 -8,2% |
31 | hout | 10 | * | * | 1052 0,0% | 967 -3,3% | 839 -4,1% | 681 -4,6% |
32 | karton | 2 | <0,03 | <0,03 | 1034 -1,7% | 1000 0,0% | 839 -4,1% | 673 -5,7% |
33 | karton | 5 | * | * | 1034 -1,7% | 978 -2,2% | 839 -4,1% | 697 -2,3% |
34 | polyetheen | 2 | * | -0,07 | 1090 +3,6% | 1043 +4,3% | 902 +3,0% | 746 +4,5% |
35 | polypropyleen | 2 | <0,03 | <0,03 | 1111 +5,6% | 1058 +5,8% | 902 +3,0% | 746 +4,5% |
36 | schuim PVC | 2 | * | <0,03 | 1071 +1,8% | 1000 0,0% | 869 -0,7% | 750 +5,0% |
37 | aluminium | 2 | +2,25 | +5,60 | 1022 -2,8% | 967 -3,3% | 845 -3,4% | 683 -4,3% |
38 | aluminium | 5 | * | * | 1054 +0,2% | 1000 0,0% | 869 -0,7% | 721 +1,0% |
39 | ijzer | 2 | +3,12 | +6,50 | 622 -40,8% | 652 -34,8% | 591 -32,4% | 510 -28,6 |
40 | ijzer | 5 | * | * | 860 -18,2% | 841 -15,9 | 765 -12,5 | 633 -11,3 |
* = niet gemeten.
Hoe komt het dat de Q factor soms is toegenomen?
In theorie zou dat niet kunnen, het plaatsen van materiaal in de buurt van de
spoel zou de Q altijd moeten verlagen.
Waarschijnlijk heeft het te maken met onnauwkeurigheid van de meting, ook heb ik
gemerkt dat de Q factor tot meer dan 5% anders kan zijn als ik hem de volgende
dag nog eens meet.
Mischien heeft het te maken met het feit dat de spoel nog iets kan bewegen
bovenop het stokje waar ik hem op geplaatst heb.
Of dat de positie van de afstemcondensator en meetversterker iets veranderen als
ik aan de afstemcondensator draai.
De meetversterker zit in een (vertinde) ijzeren behuizing, en bij meting 39 en
40 hebben we gezien dat ijzer een grote negatieve invloed heeft op de Q
factor.
Meetopstelling 2.
Bij deze meetopstelling is het materiaal parallel aan de spoel windingen geplaatst.
Meetopstelling 2:
het materiaal is parallel geplaatst aan de spoel windingen. |
De opgegeven afstand is gemeten tussen het materiaal en het midden van de
spoel.
Meting 41 (zonder materiaal boven de spoel) is de 0% referentie voor de rest van
de metingen.
Bij sommige metingen kon de kring niet op 600 kHz ingesteld worden, in dat geval
is bij de laagst haalbare frequentie gemeten.
meting nr |
materiaal | afstand (cm) |
frequentie verschuiving bij 600 kHz (kHz) |
Frequentie verschuiving bij 1500 kHz (kHz) |
Q 600 kHz |
Q 900 kHz |
Q 1200 kHz |
Q 1500 kHz |
41 | geen | - | - | - | 1056 0,0% | 1022 0,0% | 909 0,0% | 753 0,0% |
42 | hout | 2 | -0,46 | -5,97 | 731 -30,7% | 535 -47,6% | 385 -57,6% | 275 -63,5% |
43 | hout | 5,5 | -0,08 | -0,87 | 983 -6,9% | 874 -14,5% | 714 -21,4% | 568 -24,6% |
44 | pertinax | 2 | -0,14 | -2,52 | 923 -12,6% | 811 -20,6% | 667 -26,6% | 483 -35,8% |
45 | polyetheen | 2 | -0,11 | -0,67 | 1090 +3,2% | 1034 +1,2% | 923 +1,5% | 753 0,0% |
46 | polypropyleen | 2 | -0,02 | -0,59 | 1090 +3,2% | 1046 +2,3% | 909 0,0% | 731 -2,9% |
47 | schuim PVC | 2 | -0,03 | -0,59 | 1052 -0,4% | 1034 +1,2% | 895 -1,5% | 769 +2,1% |
48 | koper | 2 | +43,9 | +102,1 | 263 -75,1% | 313 -69,4% | 344 -62,2% | 358 -52,5% |
49 | koper | 5,5 | +5,9 | +13,4 | 768 -27,3% | 810 -20,7% | 754 -17,0% | 652 -13,4% |
50 | aluminium | 5,5 | +21,0 | +48,0 | 914 -13,4% | 891 -12,8% | 845 -7,0% | 724 -3,8% |
51 | ijzer | 2 | +107,1 | +267,1 | * | 47 -95,4% | 50 -94,5% | 46 -93,9% |
52 | ijzer | 5,5 | +18,5 | +43,3 | 245 -76,8% | 273 -73,3% | 300 -67,0% | 294 -60,9% |
Ik heb geprobeerd om een meting te doen met aluminium op 2 cm afstand, maar dan hield ik te weinig spanning over de kring over om te kunnen meten.
Met deze opstelling kan het materiaal veel dichter bij de windingen van de
spoel komen, de afname in Q factor is dan ook groter dan bij
meetopstelling 1.
Conclusies:
1- ijzer heeft een grote negatieve invloed op de Q.
Dus in je ontvanger, ijzeren voorwerpen (b.v. audio transformator) op
voldoende afstand van de spoelen houden.
2- van de gemeten metalen heeft aluminium het minste effect op de Q factor.
3- hout en pertinax geven een vrij grote afname van de Q, dus deze materialen
niet gebruiken als spoelhouder materiaal.
4- polyetheen, polypropyleen en schuim PVC geven de beste resultaten in deze
metingen, de onderlinge verschillen zijn klein.
Meetopstelling 3
Meting 53 is gedaan met de aluminium plaat 5,5 cm boven de spoel, net als in
meting 50, maar nu heb ik de plaat geaard aan het meetcircuit.
Nu kan ik de plaat aluminium aanraken zonder dat de frequentie van de kring
veranderd, zonder aarde verbinding veranderde de frequentie in dat geval wel.
De frequentie verschuiving die de plaat aluminium geeft is in beide gevallen
gelijk, dus zonder of met aarde verbinding.
Bovenop het aluminium heb ik nu andere materialen gelegd, en gemeten wat dit
voor extra frequentie verschuiving geeft.
En ook is de Q factor gemeten, en het verschil berekend in vergelijking met
meting 53.
Meting nr |
Materiaal aluminium plus: |
Frequentie verschuiving bij 620 kHz (kHz) |
Frequentie verschuiving bij 1500 kHz (kHz) |
Q 620 kHz |
Q 900 kHz |
Q 1200 kHz |
Q 1500 kHz |
53 | - | - | - | 914 0,0% | 947 0,0% | 839 0,0% | 753 0,0% |
54 | hout | +0,06 | 0,00 | 942 +3,1% | 927 -2,1% | 845 +0,7% | 744 -1,2% |
55 | ijzer | +0,52 | +0,82 | 928 +1,5% | 918 -3,1% | 851 +1,4% | 738 -2,0% |
Conclusie: de invloed die hout en ijzer hebben op de Q factor en frequentie
verdwijnt vrijwel, als we er een plaat aluminium tussen plaatsen.
Uit de voorgaande metingen is dat nog niet duidelijk naar voren gekomen.
Daarom heb ik een meting gedaan waarbij ik alleen naar de spanning over de
kring keek, niet naar de bandbreedte.
Ik stelde de spanning over de kring in op 4,00 Volt top-top.
Vervolgens legde ik diverse materialen bovenop de spoel windingen, zonder aan de
afstemcondensator te komen, en bepaalde hoeveel de
spanning afnam.
De frequentie stelde ik steeds bij, omdat het materiaal op de spoel wel enige
frequentieverschuiving geeft.
|
Afname van de spanning over de kring als functie van de frequentie en materiaal op de spoel. |
Uit deze test kwam polypropyleen als beste te voorschijn.
De afname van de spanning zou in theorie overeen moeten komen met de afname in Q
factor.
Versterker behuizing afdekken met aluminium
De meetversterker welke ik voor mijn metingen gebruik heeft een ijzeren
behuizing, en is op ongeveer 20 cm van de spoel van de LC kring geplaatst.
In de nu volgende meting dek ik de behuizing van de versterker af met een plaat aluminium en meet
het verschil in Q factor.
Meting nr |
LC combinatie L9 C2b |
Q 600 kHz |
Q 900 kHz |
Q 1200 kHz |
Q 1500 kHz |
59 | Zonder aluminium plaat op de versterker. |
1113 0,0% | 1071 0,0% | 945 0,0% | 762 0,0% |
60 | Met aluminium plaat op de versterker. |
1134 +1,9% | 1111 +3,7% | 960 +1,6% | 819 +7,5% |
Door het afdekken van het ijzer met aluminium neemt de Q factor toe.
<< Naar deel 4
Naar deel 6 >>
Terug naar de index