Audio laagdoorlaatfilter
Bij sommige kristalontvangers kan er in het audiosignaal een
stoortoon van 9 kHz optreden. De sterkte van de toon kan tijdens
het luisteren varieren.
De oorzaak hiervan ligt in het feit dat meerdere radiofrequenties
de diode weten te bereiken, de diode werkt als frequentie mixer
en achter de diode zal de verschilfrequentie tussen de diverse
stations te horen zijn, en deze verschilfrequentie is 9 kHz.
Misschien komen er ook frequenties uit van 18 en, 27 kHz enz.
maar dat is te hoog om te kunnen horen. Zelfs sterke lokale
stations kunnen 's avonds gestoord worden door zo'n stoortoon.
Om de 9 kHz storing kwijt te raken kunnen we de Q-factor van
de detectorkring verhogen, b.v. door de koppeling met de antenne
te verlagen. Dit heeft wel tot gevolg dat de sterkte van het
audiosignaal afneemt.
Ook kan het zijn dat de belastingweerstand achter de diode niet
hoog genoeg is, of dat er geen geschikte diode wordt gebruikt.
Willen we een hoog geluidsvolume, dus veel koppeling met de antenne, dan kunnen we ook een laagdoorlaatfilter toepassen tussen transformator en luidspreker .
Bovenstaand plaatje geeft de opbouw van zo'n filter met twee condensatoren (C) en een spoel (L).
Bij gebruik van een 16 Ohm luidspreker, of een koptelefoon met twee speakers van 32 Ohm parallel gebruiken we de volgende waarden: L=0,56mH C=4,7uF (beide C's hebben de zelfde waarde).
Bij een 32 Ohm luidspreker (of 2x 64 Ohm parallel) gebruiken
we: L=1,2 mH C=2,2uF.
De spoel moet een lage gelijkstroom weerstand hebben, in ieder
geval minder dan 1/5 van de luidsprekerimpedantie.
Het filter laat audiofrequenties tot 4,5 kHz door, dat is
precies het audiogebied dat door de middengolfzenders wordt
uitgezonden ,daarboven worden de frequenties verzwakt.
9 kHz wordt met 22 dB verzwakt, dit is genoeg om er geen last van
te hebben.